f
Wekelijks worden er diverse berichten over het lerarentekort. Maar hoe groot is het huidige lerarentekort eigenlijk? En zijn er grote verschillen tussen het primair -en voortgezet onderwijs? Hieronder staan de meest recente cijfers op een rij.
Al jaren is er binnen het onderwijs sprake van een nijpend lerarentekort. Helaas is er nog geen daling in deze trend te observeren. Integendeel: naar verwachting zal dit tekort in 2026 juist opgelopen zijn tot ongeveer 2.500 fte, aldus de VO-raad. Het toenemende lerarentekort heeft drie oorzaken:
Naast deze oorzaken verschilt het tekort aanzienlijk per vak en per regio. Zo nemen personele tekorten toe bij vakken waar al te weinig leraren voor ingezet kunnen worden. De vijf vakken met de grootste tekorten van leraren (in absolute zin) zijn:
De vijf vakken waar relatief gezien het grootste percentage tekort in fte is zijn:
Ben je benieuwd of we vroeger ook te maken hadden met een lerarentekort? Lees dan meer over de geschiedenis van het lerarentekort.
Gelukkig zijn er ook vakken waar het tekort terug zal dringen, zoals het vak Nederlands, bijvoorbeeld van 6% naar 4,4%. Maar, uit de sectorraportage van de VO-raad blijkt dat sommige vakken in 2031 nog veel grotere tekorten zullen ervaren. De vijf vakken met de grootste tekorten in 2031 zijn:
Met name als er wordt gekeken naar de relatieve tekorten wordt het duidelijk zichtbaar dat de relatieve tekorten erg sterk toenemen:
Het toenemende lerarentekort gaat ten koste van de continuïteit en kwaliteit van het onderwijs. Zeker in tekortvakken als wiskunde, natuurkunde, scheikunde, techniek, Duits, Frans en klassieke talen leidt dit tot grote problemen. Steeds vaker zijn scholen genoodzaakt om gedetacheerd, gepensioneerd, of onbevoegd personeel in te zetten. Maar ook leerlingen over klassen te verdelen, volledige klassen naar huis te sturen of zelfs vakken helemaal niet meer te geven.
De meest recente meting van het lerarentekort in het primair onderwijs dateert uit 2022. Het tekort in absolute aantallen wordt geraamd op 9700 fte aan leraren. Dit gaat om bijna 10% van de totale werkgelegenheid van docenten uit het primair onderwijs. Dit tekort is nog groter in de grootste vijf steden van Nederland (G5): het gaat hier om een gemiddeld tekort van maar liefst 15,2%. Daarnaast blijkt dat de grootste tekorten zij in het Westen van het land, in Zuid-Holland en Noord-Holland. Over het algemeen zijn de tekorten minder groot in buitenstedelijke gebieden.
Naast een groot tekort aan docenten is er ook een aanzienlijk tekort aan schoolleiders in het primair onderwijs. Zo bedraagt het tekort aan schoolleiders in het primair onderwijs 1100 fte, wat gaat om een percentage van maar liefst 13,6%. Uit de rapportage blijkt dat er geen correlatie is tussen de tekorten aan docenten en schoolleiders. Wel verschelen deze korte sterk per regio. Zo zijn de tekorten in Amsterdam maar liefst twee keer zo groot als in Rotterdam.